top of page

Texts

Nele Van Canneyt schrijft met fotografische beelden waarin verstilling en schoonheid hoogte vieren, zij het met subtiele weerhaakjes. Elke opname draagt een veelheid aan mogelijke narratieven en emoties in zich. Het volledige beeldenarsenaal vormt een organisch geheel waarin vervreemding en spanning, naast melancholie en een quasi buitensporige eenzaamheid de boventoon voeren.

Nele Van Canneyt reist de wereld rond en neemt tijd om, in alle stilte en luwte, desolate ruimten en (in)directe menselijke aanwezigheid te observeren. De fotografe zondert zich hiervoor af, maar blijft steeds in de nabijheid van anderen. Haar visueel werk getuigt van een beeldgevoeligheid, - onder andere - zichtbaar in welbewuste en weloverwogen keuzes voor net die zachte of dramatische lichtinval, die bepaalde kleur(encombinatie) of die specifieke lijnvoering/compositie.

De beelden ontstaan uit een zoektocht naar een verleidelijk duister en een vreemdsoortige stilte. Ze proberen vorm te geven aan raadsels die onoplosbaar zijn en gevoelens die onverklaarbaar blijven. De personages in de foto’s ogen ongrijpbaar. Zoals een man die voor zich uit staart naar een inktzwarte leegte. Of een vrouw die op een verlicht pad in een koortsige nacht naar ergens onderweg lijkt te zijn. Mogelijk neemt ze een omweg of, wie weet, een doodlopende weg? Het zijn allen sterfelijke wezens met eigen gedachten, gevoelens en verlangens. Ze ogen verdwaald. Het zijn lichamen met onzichtbare ogen. Sommigen kijken naar een plaats die we wel willen, maar niet kunnen zien. Ze bewegen zich onopvallend, alsof ze ieder moment in zichzelf of in hun omgeving kunnen verdwijnen.

Dit voert ons naadloos naar de ander die we nooit kunnen kennen of begrijpen, de ander als vreemdeling, de ander als ontoegankelijk wezen. Dit besef wordt onder andere aangeraakt door Frans filosoof Emmanuel Levinas in zijn publicatie ‘Totalité et infini’ (1961). De foto’s geven hier rekenschap van, sterker nog, ze aanvaarden die ontoegankelijkheid, ze omarmen haar.

Deze ondoorgrondelijkheid vormt de basso continuo in de beeldtaal van Nele Van Canneyt. Kijken naar deze foto’s is een uitnodiging om stil te staan bij momenten waar we anders achteloos aan voorbij zouden lopen. De beelden tonen schijnbaar vredige en onverstoorbare universa waarin we met onze gedachten kunnen afdwalen, al zou er elk moment een donderslag dit rustige tafereel kunnen verstoren. Een onvoorspelbare gebeurtenis. Een valkuil? Een noodlottige stap? Of net niet? Want als er een iets is wat de foto’s van Nele Van Canneyt verbindt, dan is het wel een onmetelijke openheid.

© Sofie Crabbé

Nele Van Canneyt writes with photographic images awash with stillness and beauty, yet laden with subtle barbs. Each photograph offers a multitude of possible narratives and emotions. The complete body of images forms an organic whole, steeped in alienation and tension, as well as a sense of melancholy and a seemingly excessive loneliness.

Nele Van Canneyt travels around the world and takes the time to silently observe desolate spaces and (in)direct human presence. The photographer seeks out solitude, yet always within close proximity of others. Her visual work evinces her sensitivity to the image, visible, among others, in the deliberate and well-considered choice of a specific soft or dramatic light, a particular colour (combination) or a distinct play of lines or composition.

The images emerge from a search for a seductive darkness and an uncanny silence. They try to give shape to insoluble mysteries and inexplicable feelings. The characters in the photos seem elusive, like for instance the figure of a man staring into a pitch-dark emptiness, or a woman wandering on an illuminated path in a feverish night. They are all mortal beings with their own thoughts, feelings and desires. They seem lost. They are bodies with invisible eyes. Some of them seem to be gazing at a particular place that remains out of our field of view. They move discreetly, as if they could disappear within themselves or their environment at any moment.

Her imagery shows us the other whom we can never know or understand, the other as stranger, the other as an inaccessible being. This awareness has been touched upon, among others, by the French philosopher Emmanuel Levinas in his publication 'Totalité et infini' (1961). The photographs not only reflect this awareness but also accept that very inaccessibility; they embrace it.

This incomprehensibility is the common thread that underlies Nele Van Canneyt’s visual language. These photographs invite the viewer to reflect on moments that are otherwise carelessly overlooked. The images show seemingly peaceful and imperturbable universes in which we can let our thoughts wander, although a stroke of thunder thunder could disrupt this tranquil scene at any moment. An unpredictable event. A pitfall? A fateful step? Or not? If there is something that all of Nele Van Canneyt’s images have in common, then it is this sense of immense openness.

© Sofie Crabbé

bottom of page